Soms krijg je weleens een kostuum waarvan je weet dat er historisch gezien weinig van klopt maar als je deze wat beter bekijkt is het kostuum wel met de grootste zorg en handwerk gemaakt. Ik stond voor de keuze deze weg te doen of te vermaken. Thea van het atelier van Beleef Het Verleden zag er wel iets in. Vooruit maar, aan de slag.
De open rok wilde ik wel behouden, maar dan met een andere onderrok omdat deze verkleuring toch echt niet meer wit te krijgen was. Ik had nog een meubelstof liggen met een 17e eeuws design en daar hebben we een schort van gemaakt om onder de onderrok te dragen. Ik weet niet of dit in de 17e eeuw ook al een gebruik was (18e eeuw wel) maar gezien het feit dat ik niet voldoende stof had voor een gehele onderrok lijkt me de toepassing historisch correct. Met als enige kanttekening dat als je zo’n rijke jurk kon betalen, je vast wel voldoende middelen bezat om ook een gehele onderrok te betalen.
De mouwen, ingezet met baleinen pasten niet in de stijl waarin ik de jurk wilde maken, namelijk rond 1660-1670. Deze hebben we ook uit elkaar gehaald en opnieuw vormgegeven.
Voor het lijfje hebben we eerst een nieuw proefmodel gemaakt en het oude lijfje helemaal uit elkaar gehaald. De stukken stof van het oude lijfje hebben we op de nieuwe patroondelen gelegd, uitgeknipt en weer aan elkaar gezet.
Uiteindelijk zat het meeste werk in het uithalen van de kleding, het losmaken van alle goudbanden en die weer op andere plekken terug erop naaien, en alle parels opnieuw opnaaien met de hand. Het resultaat mag er echter zijn!