De jaren ’40.
Het is oorlog en dat heeft z’n effect op de mode. De vrouwelijke lijn van de jaren ’30 wordt vervangen door een recht, stijf silhouette,: mannelijk en geïnspireerd op het uniform. Nog sterker dan de trend van de jaren ’20 en ’30 gaan vrouwen gedwongen buitenshuis aan de slag om te werken. Met de man aan het front moesten de taken wel overgenomen worden door vrouwen.
Door schaarste is er gebrek aan materialen, maar dat niet alleen, op bepaalde versieringen en materialen staat zelfs een verbod op het gebruik, omdat ze nodig zijn voor oorlogsmaterieel. Het werd ook niet vaderlandsgezind gevonden om rond te lopen met ruches en kantjes e.d.
Hoewel kousen erg gewild waren bij de outfit, werd van hetzelfde materiaal ook parachutes en tenten gemaakt. Als noodoplossing gebruikten vrouwen een crème om de benen bruiner te laten lijken en voegden ze met eyeliner een streep achter op het been toe, alsof ze kousen droegen.
Wol was moeilijk om aan te komen, waardoor rayon en crepe de plek hiervan innemen.
Kleuren zijn monochroom zoals marine blauw, vlaggenrood en bruin en grijs.
De Fransen verliezen hun positie in couture aan de Amerikanen. Ook veel modeontwerpers vluchten naar Amerika om daar hun werk voort te zetten. Amerika wordt daarmee toonaangevend voor couture en glamour.
Bij avondkleding zien we veel opgenaaide pailletjes terug omdat hier geen restrictie op zat. Dit creëerde de illusie van een glamoureuze levensstijl die ver af stond van de oorlog. Avondkleding kon dus sterk contrasteren met kleding voor overdag. Een zwart cocktail-jurkje wordt een belangrijk item in de vrouwelijke kledingkast.
Als accessoire blijft de pill box hat in de mode. Eigenlijk een heel simpel hoedje wat wel zeer elegant staat. Deze heb ik onlangs gemaakt van zwart/grijze wol met als versiering 2 pauwenveren en 2 knoopjes.